Hoe jij je hond of kat legosteentjes voert, en welke invloed dat heeft op zijn gezondheid

Onlangs werd mij op mijn facebookpagina gevraagd hoe ik aan kijk tegen de rol die voeding speelt in het ontstaan van ziektes.
Interessante vraag en het leverde achter de schermen een ontzettend leuk en waardevol gesprek op met degene die mij de vraag stelde. Over het onderwerp voeding kan ik namelijk zowel héél kort als héél lang zijn. Het antwoord op de vraag: ‘Denk jij dat voeding een rol speelt in het ontstaan van ziektes?’ bestaat maar uit 2 letters (echt best kort dus ;-), namelijk: JA.

De gedachte die dáár dan weer achter zit kan ik echter vele letters langer maken, daar zou ik rustig een boek over kunnen schrijven, zeg maar.

Ik heb het haar in het kort als volgt uitgelegd:
‘’Het is vaak te kort door de bocht om álles op de voeding te gooien. Je kunt er zo naar kijken: de voeding die jij je dier geeft zijn de bouwstenen van zijn lijf. Wat jij hem geeft, daar moet hij het mee doen, als het ware. Jij geeft hem de legosteentjes, hij mag er een huis (lijf) van bouwen. Geef je hem niet de juiste legosteentjes, lukt het hem ook niet een stevig huis te bouwen. Dan stort het bij de minste windvlaag in’’
Met andere woorden, als jij je hond of kat niet geeft wat hij nodig heeft, is het lijf niet optimaal in staat zichzelf in balans en dus gezond te houden.

Maar hoe weet je wat je dier nodig heeft? En hoe weet je of je wel of niet geeft wat je dier nodig heeft? En hoe kan het dan dat je dier soms evengoed ziek wordt, ondanks dat jij hem alles geeft wat hij nodig heeft?

Om erachter te komen wat jouw hond of kat nodig heeft, is het nodig te kijken naar jouw dier als soort op zich maar óók naar zijn individuele behoeftes.
Heb jij wel eens een hond of kat (of een wolf of een leeuw) wel eens een uurtje zien snacken in een graanveld?
Nee, ik ook niet. Dat komt omdat bijvoorbeeld granen überhaupt niet op het menu staan van deze diersoorten. Sterker nog, ze missen een verteringsenzym om de cellulose in plantaardig materiaal op eigen houtje af te kunnen breken.

Wanneer plantaardig materiaal is voorbewerkt door een machine of voorverteerd door bijvoorbeeld een prooidier wordt de opname al makkelijker gemaakt. Maar het feit dat die voorvertering nodig is zegt al iets over het verteringsstelsel van de hond en kat.
En daar waar honden over het algemeen nog redelijk goed om kunnen gaan met het verwerken van plantaardig materiaal, gaat dat voor katten niet op. Die zijn zoals dat heet obligaat carnivoor. Ze  eten in een ideale situatie dus alleen vlees. Al het andere betekent onnodige ballast voor het systeem.

Pak nu de zak voer van jouw hond of kat er eens bij, en kijk eens naar de ingrediëntenlijst. Wat zie je daar op staan?
In veel gevallen staat daar als eerst een koolhydraatbron op. Bijvoorbeeld rijst, tarwegraan of mais.
Het is goed om te weten dat dát wat als eerste in de lijst voorkomt, het grootste aandeel inneemt in de brok. Nu je weet wat het grootste aandeel in de brok van jouw dier is. In combinatie met bovenstaande informatie, ben je dan in staat een conclusie te trekken over de juistheid van de voeding die jij je dier aanbiedt?

Het juiste voer?

En stel dat jij toch een voeding aanbiedt die qua samenstelling eigenlijk hartstikke oké is, hoe weet je dan dat dát het juiste voer is voor jouw dier?
Er zijn een paar parameters die je kunt gebruiken om daar een conclusie over te kunnen trekken.
Jouw dier heeft dan bijvoorbeeld een vacht met een mooie, diepe glans. De haren liggen mooi aan op zijn lichaam en hij verhaart alleen wanneer dat past in de tijd van het jaar. Je dier heeft een goede ontlasting, maar 1 of 2x per dag een kleine hoeveelheid, geen diarree en niet wisselend van consistentie of kleur. Hij heeft geen last van jeuk, allergieën, extreme gevoeligheid voor vlooien of gedragsproblemen. Hij heeft niet de sterke behoefte om alles wat hij op straat tegenkomt te eten.
Herken je toch iets afwijkends aan jouw dier? Neem dan zijn voeding eens onder de loep, want mogelijk past die niet bij jouw dier, ondanks dat het op papier misschien de juiste samenstelling heeft (of niet).

Maar als ik mijn hond of kat brokken geef, van een duur merk, geadviseerd door een dierenwinkel die mij goed advies geeft, dan zal het toch wel goed zijn?

Helaas zijn er, net als in de mensenwereld, veel fabrikanten die liever goedkoop voer produceren door goedkope grondstoffen als vulmiddel te gebruiken, zoals bijvoorbeeld granen, en dat vervolgens duur te verkopen. Daarnaast zijn er ook nog veel fabrikanten die werken volgens verouderde principes en dus grondstoffen in hun brok gebruiken waar jouw hond of kat werkelijk niets mee kan. Dat resulteert in véél en vaak ontlasten, want alles waar jouw dier niets mee kan komt er aan de achterkant gewoon weer uit (je geld wordt dan letterlijk uitgepoept, zeg ik altijd) en de meest uiteenlopende klachten.

Terug naar die legosteentjes. Als we het woord brokjes vervangen voor legosteentjes. Dan begrijp je dat wanneer jij jouw hond of kat legosteentjes voert waar hij eigenlijk niets mee kan, of die van inferieure kwaliteit zijn, zijn lijf geen stevig bouwwerk is. Hij is dan vatbaar voor werkelijk elk denkbare aandoening. Andersom geldt ook dat wanneer jij legosteentjes geeft die wél bruikbaar en van goede kwaliteit zijn, zijn lijf dus stevig en sterk is, en veel beter in staat om zichzelf in balans te houden.

En tóch kan je hond of kat ziek worden terwijl je hem de allerbeste kwaliteit legosteentjes geeft, hoe zit dat dan?

Wanneer een dier echt de juiste voeding krijgt, maar het toch niet goed lijkt te doen, kun je je afvragen of hij zijn voeding dan wel goed op kan nemen. Kan hij uit zijn eten halen wat hij nodig heeft? Of zijn er bepaalde opnameproblemen? Denk hierbij aan het leaky gut syndroom, stress, vitaminegebrek (hoe is hij dáár dan weer aangekomen?), medicatie etc.
Ook een mentale disbalans heeft invloed op de fysieke staat van je dier. Denk hierbij aan verveling, traumatische gebeurtenissen, het spiegelen van de eigenaar, opvoeding en zo voort.
Niet álles is dus voeding, maar voeding is wel alles als je het hebt over de basis van een goede gezondheid!

Goede voeding is maatwerk. Waar de één het fantastisch op doet, werkt voor de ander helemaal niet. Daarom is het altijd belangrijk te kijken naar jouw dier. Niet naar de beloftes op de zak met brokjes. Verdiep je als eerste stap in wat jouw dier nodig heeft vanuit zijn soort, en ga dan finetunen op basis van zijn individuele behoeftes. Ben je getriggerd door deze informatie en kun je wel wat hulp gebruiken bij het bepalen van de juiste voeding voor jouw dier? Twijfel je of datgene wat jij voert voldoende is om je dier gezond te houden? Neem dan even contact met me op. Ik zet mijn kennis graag in om jou en je dier te helpen op weg naar optimale gezondheid!